Woononderzoek WiMRA: weer minder kans op betaalbare woning in regio Amsterdam
03-02-2022 Nieuws #bouwen en wonen#economie#mobiliteit#ruimte
De kans op een betaalbare woning in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is de afgelopen twee jaar verder afgenomen. Een steeds groter deel van de woningvoorraad in de regio bestaat uit dure huur- en koopwoningen. Dat geldt niet alleen voor Amsterdam, maar ook voor de voorheen meer betaalbare delen van de regio. Steeds minder mensen met een laag of middeninkomen kunnen daardoor in de MRA een huis vinden.
Dit blijkt uit de eerste resultaten van het tweejaarlijkse onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam (WiMRA), dat in 2021 voor de derde keer is gehouden. Ruim 50.000 inwoners van 31 gemeenten in de MRA hebben een enquête ingevuld over hun woonsituatie, woonwensen en woonlasten. De eerste resultaten zijn op 3 februari 2022 bekendgemaakt. Klik hier voor het rapport WiMRA 2021 – Woningvoorraad en bewoning.
Betaalbaarheid verder onder druk
Woningen worden steeds duurder, zowel in de huur- als in de koopsector. Al jarenlang zien we deze prijsstijging in het vrijkomende aanbod en deze ontwikkeling wordt nu steeds zichtbaarder in de totale voorraad. Dit jaar is voor het eerst het aandeel betaalbare koop- en huurwoningen in de totale voorraad kleiner dan de groep lage en middeninkomens die er op zijn aangewezen. Dat betekent dat de kansen voor mensen met lage en middeninkomens op een woning in de sociale huur, middeldure huur of betaalbare koop in onze regio weer kleiner zijn geworden. Ook in de voorheen meer betaalbare deelregio’s Almere-Lelystad en Zaanstreek-Waterland is het aandeel betaalbare koop sterk gedaald in de voorraad. In 2017 bestond bijna een kwart (24%) van de totale voorraad in de MRA uit koopwoningen die bereikbaar waren voor middeninkomens (tot ca 300.000 euro), in 2021 was dit nog maar 13%.
Van alle woningen in de MRA is 37% een sociale huurwoning, merendeels in handen van de woningcorporaties. Het aandeel sociale huur van corporaties is de afgelopen jaren gelijk gebleven (30%), terwijl de particuliere sociale huur is afgenomen (van 9% naar 7%). In alle regio’s worden sociale huurwoningen van corporaties steeds vaker bewoond door de laagste inkomensgroep (84% gemiddeld in de MRA). De groep lage inkomens kan hier echter niet volledig in terecht, waardoor veel lage inkomens uitwijken naar de vrije sectorhuur. Hier speelt ook mee dat sociale huur relatief weinig beschikbaar komt.
‘Onwenselijke trends zetten door’
‘Het is van groot belang dat wonen in de regio Amsterdam voor alle inkomensgroepen betaalbaar is’, zegt Anne-Jo Visser, directeur Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad. ‘Het is zorgwekkend dat mensen uitwijken naar woningen die te duur zijn. Daarom willen wij als corporaties de komende periode meer sociale- én middenhuurwoningen bouwen, zowel in Amsterdam als in andere delen van de MRA.’
‘Het onderzoek laat ook dit jaar weer zien dat een aantal onwenselijke trends zich voortzet’, zegt Lex Scholten, voorzitter van het bestuurlijk overleg over bouwen en wonen in de MRA. ‘De huurprijzen in de vrije sector zijn verder gestegen. Vooral voor nieuwe huurders zijn de woonlasten hoog, een derde betaalt zelfs meer dan 1.500 euro per maand aan huur. En dat zijn echt niet allemaal mensen met een heel hoog inkomen. Dus dat betekent dat veel van deze mensen een onacceptabel groot deel van hun inkomen kwijt zijn aan wonen. We hebben het Rijk nodig om die woningprijzen naar beneden te krijgen.’
Alles over WiMRA 2021
Alle informatie over het onderzoek WiMRA en de eerste resultaten van WiMRA 2021 kunt u vinden op de pagina www.metropoolregioamsterdam.nl/wimra-2021.