BO Leefomgeving: MRA maakt goede afspraken met bewindslieden in Den Haag
14-11-2024 Nieuws #economie#mobiliteit#novex mra#ruimte
Donderdag 7 november was het jaarlijkse Bestuurlijk Overleg Leefomgeving (BOL) in Den Haag. Het BOL is een jaarlijks overleg waarin Rijk en regio afspraken maken over ruimtelijke vraagstukken. Het BOL, normaal altijd in juni, was dit jaar voorafgaand aan het BO MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport). De sfeer was goed tijdens het BOL en er zijn goede afspraken gemaakt om mee verder te gaan.
De Metropoolregio Amsterdam (MRA) werd in het BOL vertegenwoordigd door wethouder Melanie van der Horst (gemeente Amsterdam), wethouder Paul Tang (gemeente Almere), gedeputeerde Jan de Reus (provincie Flevoland) en gedeputeerde Jeroen Olthof (provincie Noord-Holland). Namens Noord-Holland Noord nam wethouder Nils Langedijk (gemeente Dijk en Waard) deel en de waterschappen werden vertegenwoordigd door locodijkgraaf Els Otterman (Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden).
Namens het Rijk waren de ministers Mona Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) en Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) en staatsecretaris Chris Jansen (IenW) aanwezig.
Minister Keijzer heeft de Tweede Kamer op 12 november 2024 per brief geïnformeerd over de uitkomsten van de BOL-overleggen. De afspraken voor de MRA zijn te vinden in de afsprakenlijst Bestuurlijke Overleggen Leefomgeving 6 en 7 november 2024.
Voor de Metropoolregio Amsterdam zijn de volgende punten van belang.
Inzet provincies Noord-Holland en Flevoland
De provincies hebben met hun ruimtelijke voorstellen een belangrijke basis gelegd voor de ruimtelijke ordening in de MRA. Flevoland heeft in het BOL aandacht gevraagd voor de specifieke rol die de provincie heeft in Nederland. In Flevoland is sprake van een specifieke situatie (nieuw land, Rijksvastgoed) en er is nog ruimte voor het stimuleren van ruimtelijke maatregelen. De provincie kan een rol spelen bij voedselzekerheid, de opgaven van defensie (en werkgelegenheid) en woningbouw. De provincie vraagt wel om andere financiering (bijvoorbeeld met het oog op de specifieke problematiek rond ‘New Towns’).
In het BO Leefomgeving heeft de provincie Flevoland gevraagd om meer overleg bij de 380 kV-kabel van Tennet. Dat werd toegezegd door het ministerie van Economische Zaken. Ook is aandacht gevraagd voor de noodzakelijkheid van passend wetenschappelijk onderwijs, aansluitend op de economische ontwikkelingen in Almere, waarvoor de samenwerking met de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Onderwijs Cultuur en Wetenschap nodig is.
De provincie Noord-Holland heeft in haar provinciaal voorstel aandacht gevraagd voor de ruimtelijke stapeling van opgaven. Het gaat daarbij om het feit dat het economisch profiel van de provincie een enorme aantrekkingskracht heeft en dat daarmee de druk op een alerg dichtbevolkt gebied steeds verder toeneemt. Het ruimtelijk voorstel onderstreept de urgentie om te sturen op ruimte en het maken van moedige keuzes.
NOVEX MRA Uitvoeringsagenda
Gedeputeerde Jan de Reus van Flevoland heeft namens de MRA aan de ministers een ‘preview’ overhandigd van de NOVEX MRA Uitvoeringsagenda. Minister Keijzer zei uit te kijken naar de volledige versie. De provinciale arrangementen en de NOVEX Uitvoeringsagenda’s zullen worden gebruikt voor de Nota Ruimte van het kabinet. In het kader van de NOVEX MRA zijn afspraken gemaakt over onder meer de woonwerkbalans en ‘groenblauwe’ maatregelpakketten.
Zoeken naar gezamenlijke financiering groenblauwe maatregelpakketten
De MRA heeft met de waterschappen enmet het Rijk afgesproken om gezamenlijk financiering te vinden voor de groenblauwe maatregelpakketten. Het gaat onder meer om concrete maatrelen, het realiseren van betere toegang van de recreatiegebieden en onderzoek naar meer ruimte voor waterberging.
‘Het is duidelijk dat het water- en bodemsysteem grenzen heeft’, zegt Bea de Buisonjé, dagelijks bestuurder van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. ‘De marges om bijvoorbeeld water af te voeren via het (hoofd)watersysteem zijn klein. Dat maakt ons kwetsbaar. Dat zagen we onder meer tijdens het technisch falen van de spuisluis bij IJmuiden, toen Amsterdam op 2 november 2023 ternauwernood aan een ramp ontsnapte. We moeten onze drinkwater- en zoetwaterbeschikbaarheid en de bescherming tegen te veel water serieus nemen, nu en naar de toekomst. En water- en ruimtemaatregelen nemen, zodat ook onze toekomstige bewoners veilig en leefbaar kunnen wonen in de regio. Dit is een gezamenlijke opgave van regio en Rijk.’
Wethouder Barbara Boudewijnse van de gemeente Gooise Meren is in de MRA bestuurlijk trekker van het thema Landschap. Zij vult aan: ‘In de coronatijd werd pas duidelijk hoe belangrijk het groen en de natuur om ons heen zijn. We moeten zorgen dat het groen meegroeit met de verstedelijking. Mensen wonen en werken niet alleen, maar willen ook wandelen en genieten van het landschap. Alle grote opgaven op het gebied van woningbouw, mobiliteit en energietransitie moeten ruimtelijk gerealiseerd worden. Het landschap moet daarbij niet het kind van de rekening zijn dat met het badwater wordt weggegooid. Gezamenlijk hebben we in de MRA de belangrijkste acht maatregelpakketten benoemd. Deze zijn heel concreet. Belangrijk is dat er ook middelen voor komen om deze te realiseren.’
Afspraak over verbeteren woonwerkbalans
Daarnaast is in het BOL afgesproken dat Rijk en regio samenwerken om de woonwerkbalans in de regio te verbeteren. Rijk en regio hebben hiernaar gezamenlijk onderzoek gedaan (zie rapport ‘Handelingsperspectief voor het versterken van de woonwerkbalans in de MRA‘). Er is een zeer scheve woonwerkbalans in de MRA, met name voor praktische geschoolden. Dit zorgt voor onnodige pendelbewegingen, een tekort aan (praktische geschoolde) arbeidskrachten en heeft effect op onze welvaart. De scheve woonwerkbalans geldt voor alle deelregio’s, met uitzondering van de gemeente Amsterdam.
‘We zijn blij met de afspraak dat we gezamenlijk werken aan een goede woonwerkbalans in de regio’, zegt de Noord-Hollandse gedeputeerde Esther Rommel. ‘Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat wonen en werken dicht bij elkaar zijn. Wanneer wonen en werken nabij zijn, levert dat aanzienlijke voordelen op in het persoonlijk leven van inwoners. Denk hierbij aan het verkorten van reistijden, het verminderen of voorkomen van reiskosten, het verbeteren van de balans tussen werk en privé, het hierdoor vergroten van deelname aan sociale activiteiten en het stimuleren van contacten en sociale cohesie.’
Alle benodigde bereikbaarheidsmaatregelen geïnventariseerd
Als onderdeel van de NOVEX MRA Uitvoeringsagenda is in het BO MIRT de inventarisatie met alle bereikbaarheidsmaatregelen vastgesteld in relatie tot de woningbouwopgave. Afgesproken is dat nog gewerkt wordt aan een prioritering vanuit het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. Daarna zullen deze maatregelen worden opgenomen in de NOVEX MRA Uitvoeringsagenda. In het BOL is door minister Keijzer aangegeven dat de MIRT-spelregels soms te strak zijn om inzicht te krijgen in wat nodig is op lange termijn. De NOVEX Uitvoeringsagenda kan daarbij een interessant instrument zijn.
NOVEX Noordzeekanaalgebied als groene energiehoofdstructuur van Nederland
Voor het Noordzeekanaalgebied (NZKG) hebben Rijk en regio afgesproken om met het Noordzeekanaalgebied als nieuwe groene energiehoofdstructuur van Nederland de basis te leggen voor de verduurzaming van onze industrie, de productie van groene brandstoffen en de ontwikkeling van een circulaire economie. Op drie sleutelelementen binnen de NOVEX-samenwerking zijn nadere afspraken gemaakt, te weten: de voorbereiding van de stedelijke vernieuwing IJmond, gezamenlijke verkenning van maatschappelijk draagvlak voor de inpassing van energie-infrastructuur in het NZKG, ter bespreking in het BOL van 2025, en herbevestiging van het belang van Energiehaven IJmond voor de realisatie van de Nederlandse energietransitie door middel van de aanleg van windparken op Zee. Deze afspraken zijn ook belangrijk voor de MRA als geheel.
Wonen
Tot slot is gesproken over de voortgang van de woningbouwopgave. Door het kabinet is € 5 miljard gereserveerd voor de woningbouwopgave en € 2,5 miljard voor bereikbaarheidsmaatregelen. Voor deze middelen worden spelregels en nadere randvoorwaarden opgesteld. Deze worden bekend bij de Woontop op 11 december 2024. Inzet is om bij het BOL van juni 2025 afspraken te maken. Zowel de MRA als de Metropoolregio Utrecht heeft er bij de minister op aangedrongen om ook te kijken naar reeds bestaande knelpunten op het gebied van mobiliteit. Om dit nog kracht bij te zetten, is een grote kaart gemaakt van de MRA met alle benodigde bereikbaarheidsmaatregelen.