Relatief veel onbenut arbeidspotentieel binnen MRA in Amsterdam
21-06-2022 Nieuws #economie
Het onbenut arbeidspotentieel in de bevolking van 15 tot 75 jaar is in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) het kleinst in de deelregio Zaanstreek-Waterland en het grootst in de deelregio’s Amsterdam en Almere-Lelystad. In Diemen is het onbenut arbeidspotentieel groter dan in de omliggende gemeenten. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over het jaar 2021.
Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en onderbenutte deeltijdwerkers. Het CBS hanteert voor werkloosheid de definitie van de International Labour Organization: iemand is werkloos als hij of zij geen betaald werk heeft, recent naar werk heeft gezocht en direct aan de slag kan. Semiwerklozen staan verder af van de arbeidsmarkt: zij hebben óf recent werk gezocht óf zijn direct beschikbaar. Onderbenutte deeltijdwerkers werken in deeltijd in hun grootste werkkring, willen meer werken en zijn daarvoor ook beschikbaar.
Veel en weinig onbenut arbeidspotentieel in de MRA
Het onbenut arbeidspotentieel in 2021 was met 13,5 procent van de 15- tot 75-jarigen naar verhouding het grootst in Amsterdam, gevolgd door Diemen met 12,7 procent en Almere met 11,4 procent. In Beemster (in 2022 gefuseerd met Purmerend) was het onbenut arbeidspotentieel met 8,4 procent het laagst, gevolgd door Edam-Volendam met 8,5 procent en Waterland met 8,8 procent. De deelregio Zaanstreek-Waterland kwam in 2021 gemiddeld op 9,3 procent uit. Amstelland-Meerlanden kwam uit op 10,9 procent, de overige deelregio’s op gemiddeld 9,8 procent.
Het gemiddelde onbenutte arbeidspotentieel in de 32 gemeenten die de MRA in 2021 telde is 10,1 procent, precies even groot als het gemiddelde in Nederland. In de provincie Noord-Holland gaat het om 11,1 procent en in Flevoland om 10,7 procent.
Landelijk is het percentage onbenut arbeidspotentieel het hoogst in Groningen (14,0 procent) en het kleinst in Hilvarenbeek (6,7 procent).