MRA-bestuurders luiden de noodklok: Minister moet ons nú laten bouwen
04-09-2020 Nieuws #bouwen en wonen#ruimte
Een goede balans tussen de vraag naar woningen en het aanbod is van essentieel belang voor het herstel van de nationale economie na de coronacrisis. Maar belemmerende Haagse regels en het ontbreken van investeringscapaciteit bij woningbouwcorporaties maken het voor bestuurders in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) onmogelijk om te blijven bouwen aan woningen voor vandaag en morgen. In een opiniestuk in Binnenlands Bestuur luiden Cees Loggen (gedeputeerde provincie Noord-Holland), Laurens Ivens (wethouder gemeente Amsterdam) en Lex Scholten (wethouder gemeente Diemen en voorzitter van het MRA-portefeuillehoudersoverleg Bouwen en Wonen) de noodklok.
De MRA-bestuurders wijzen er in hun bijdrage op dat in de MRA twintig procent van de landelijke bouwopgave moet worden gerealiseerd. Hoewel de afgelopen jaren een recordaantal woningen is opgeleverd, spreken zij van een ‘druppel op een gloeiende plaat’.
Vertragende maatregelen van het Rijk
De overheden in de MRA worden daarbij geconfronteerd met ‘tal van vertragende maatregelen’ van de rijksoverheid, schrijven ze. ‘Maar liefst 175.000 woningen in de MRA komen in gevaar door nieuwe Haagse rekenregels voor het geluid van de luchtvaart. Voor heel Noord-Holland gaat het om 350.000 woningen tot 2030. Het baart ons zorgen dat er in Den Haag kennelijk geen afstemming is tussen de verschillende betrokken ministeries over de consequenties van nieuwe regelgeving voor de bouwproductie.’
Financiële positie woningcorporaties
Loggen, Ivens en Scholten gaan ook in op de financiële positie van de woningcorporaties. Begin juli concludeerden drie ministeries en corporatiekoepel Aedes dat woningbouwcorporaties miljarden euro’s tekort komen om te bouwen, de woningvoorraad duurzamer te maken en de huren betaalbaar te houden. Het bedrag van € 2 miljard dat de corporaties jaarlijks tekortkomen, is gelijk aan de verhuurdersheffing die ze aan het Rijk moeten betalen. De achterstand in woningbouw die de corporaties daardoor vanaf 2024 oplopen, kan ook in de jaren daarna niet worden ingehaald.
‘Minister zet ons in wachtkamer’
De bestuurders spreken er hun teleurstelling over uit dat minister Ollongren van Binnenlandse Zaken na de publicatie van dit onderzoek niet meteen in actie is gekomen. ‘Helaas laat ze het nemen van maatregelen over aan een volgend kabinet en benoemt ze slechts ‘oplossingsrichtingen’. Hierdoor worden we minstens twee jaar in de wachtkamer gezet. Onverantwoord uitstelgedrag gezien de enorme woningnood en de noodzaak om financieel deugdelijk beleid te voeren.’
Oproep: nog deze kabinetsperiode actie
De gedeputeerde en wethouders concluderen dat nú actie nodig is en vragen om structurele investeringen. ‘Wij roepen de minister op om dit nog in haar kabinetsperiode te regelen.’
Op de website van Binnenlands Bestuur kunt u het volledige opiniestuk van Loggen, Ivens en Scholten lezen.