Halsema over MRA: ‘Minder macht, meer kracht!’

21-10-2019 Nieuws

De bestuurlijke Regiegroep van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) volgt de aanbevelingen op van de commissie die de samenwerking in de MRA heeft geëvalueerd. Zo zal op korte termijn een regionale visie worden ontwikkeld, neemt Amsterdam verantwoordelijkheid voor het leiderschap binnen de MRA en wordt de samenwerking met de Vervoerregio Amsterdam en de Amsterdam Economic Board versterkt. Dat zei Femke Halsema, voorzitter van de Regiegroep, vrijdag 18 oktober tijdens de tweejaarlijkse Bestuurdersconferentie van de MRA in Almere. ‘Samenwerking draait niet om macht, maar om gezamenlijke kracht.’ 

De Regiegroep van de MRA vergaderde voorafgaand aan de conferentie. Tijdens de opening van de conferentie maakte Halsema voor de bestuurders van de MRA-overheden duidelijk hoe de Regiegroep omgaat met de aanbevelingen van de evaluatiecommissie. Deze commissie bracht haar rapport uit in juli, vlak voor het zomerreces. De kern van het rapport is dat de samenwerking in de MRA op dit moment onvoldoende effectief is.

‘Erop of eronder’

De evaluatie van de MRA-samenwerking vond plaats in opdracht van de MRA Regiegroep, die wilde weten hoe de regionale samenwerking verder kan worden versterkt. Halsema sprak van een ‘grondige’ en ‘stevige’ evaluatie. Het rapport maakt volgens haar duidelijk dat het ‘erop of eronder’ is voor de MRA. ‘Als wij door willen als MRA, zullen we een aantal stappen moeten zetten en vaart moeten gaan maken. Anders dreigen we te verzeilen in te veel papier, te veel gesprekken en te veel werkgroepen, zonder dat we het gevoel hebben dat wij als regio echt een vuist weten te maken.’ De Regiegroep heeft op basis van de evaluatie een ‘routeplan’ vastgesteld, bestaande uit vier stappen.

1: Regionale visie

De constatering in de evaluatie dat de MRA een regionale visie nodig heeft, neemt de Regiegroep over. Op korte termijn wordt aan iemand ‘met een blik van buiten’ gevraagd zo’n visie te ontwikkelen. Het is daarbij zaak om niet alle gedachten en opvattingen die hierover al op papier staan opnieuw te formuleren, maar om op basis hiervan vanuit een breder en verbindend perspectief in te gaan op waar deze regio voor staat, wat ons vanuit het verleden en naar de toekomst bindt, zei Halsema. ‘Wij moeten ons bewust worden van onze kracht.’

2: Leiderschap van Amsterdam

Een belangrijk punt van commentaar in de evaluatie is het ontbreken van leiderschap van Amsterdam, zei Halsema. ‘Dat hebben wij ons aangetrokken. Wij realiseren ons heel erg goed dat wij als grootste gemeente in de metropool het leiderschap op ons moeten nemen. Ik hoop te bewerkstelligen dat we gezamenlijk enthousiasme kunnen kweken. Amsterdam voelt zich verantwoordelijk voor de samenwerking in de MRA, maar dat wil niet zeggen dat Amsterdam haar wil aan anderen zal opleggen. Wij willen de samenwerking faciliteren, aanjagen en versnellen en ik wil daar de komende tijd ook werkelijk verantwoordelijkheid voor nemen.’

3: Samenwerking met Vervoerregio en Amsterdam Economic Board

De derde stap is het versterken van de samenwerking met de Vervoerregio Amsterdam en de Amsterdam Economic Board. De Noord-Hollandse Commissaris van de Koning Arthur van Dijk zal, als eerste vicevoorzitter van de MRA Regiegroep, het gesprek op gang brengen met de Vervoerregio. Hoewel de Vervoerregio effectief functioneert, realiseert de Regiegroep zich dat het goed is voor de MRA als via het MRA-platform Mobiliteit de samenwerking met de Vervoerregio wordt versterkt en verbreed.

Dat geldt ook voor de Amsterdam Economic Board, zei Halsema. Ze gaf aan het belangrijk te vinden dat de gemeenten in de MRA zich voldoende verbinden aan de Board, die de gehele metropoolregio als werkgebied heeft. De MRA zou de Board ook veel meer moeten gebruiken om het bedrijfsleven en de kennisinstellingen een centrale positie te geven, zei de Regiegroep-voorzitter. Ze constateert dat de MRA tot nu toe te veel alleen een bestuurlijk verband is, terwijl de samenwerking ook gericht moet zijn op bedrijven, kennisinstellingen en de inwoners van de MRA. ‘De Amsterdam Economic Board kan heel goed het vehikel zijn om die samenwerking te versterken’, zei Halsema.

4: Governance

De vierde stap heeft betrekking op de governance. ‘We moeten er echt voor waken dat we in uitgebreide governance-discussies terechtkomen. Die leiden tot grote hoeveelheden papier, maar niet tot betere samenwerking’, zei Halsema. Ze gaf aan dat het in de kern gaat om het versterken van het onderlinge vertrouwen en het respecteren van elkaars positie. Het is zaak om de samenwerking te versterken zonder ‘alles te institutionaliseren en formaliseren’. Dat betekent bijvoorbeeld dat Amsterdam ermee akkoord gaat om in overleggen te worden vertegenwoordigd door een wethouder uit Almere. ‘Dat is waar samenwerking naartoe zal moeten gaan’, zei Halsema. ‘Het gaat niet om gouvernementele macht, maar om gezamenlijke kracht.’ De Regiegroep vraagt een projectleider om met een werkgroep de governance meer te richten op samenwerking en het MRA Convenant daarop aan te passen.

Tempo

Halsema kondigde aan tempo te willen maken en dat de eerste resultaten van de vier stappen eind februari in een extra vergadering aan de Regiegroep zullen worden gepresenteerd.

Bestuurdersconferentie

De MRA Bestuurdersconferentie stond verder in het teken van de conceptversie van de nieuwe MRA Agenda, de inhoudelijke basis van de samenwerking in de Metropoolregio Amsterdam. Deze conceptversie is vrijdag 25 oktober verstuurd aan de colleges, gemeenteraden en Provinciale Staten van de overheden in de MRA.

Hier kunt u meer lezen over de concept-MRA Agenda 2.0 en het document downloaden.