Onderzoek PBL: circulaire doelen worden waarschijnlijk niet gehaald
03-03-2025 Nieuws #circulaire economie#duurzaamheid#economie
Het lukt Nederland vooralsnog niet om de hoeveelheid grondstoffen die we gebruiken fors terug te dringen. Het doel is om in 2030 de helft minder fossiele, minerale en metalen grondstoffen te gebruiken. In 2050 zou de economie van Nederland helemaal circulair moeten zijn. In 2022 gebruikten we echter meer materiaal dan in 2020. Dat constateert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Integrale Circulaire Economie Rapportage 2025.
Het PBL maakt elke twee jaar een integrale rapportage over de circulaire economie, op verzoek van het kabinet. In dit rapport geven de onderzoekers een overzicht van de stand van zaken van de transitie naar een circulaire economie in Nederland.
Hoewel het gebruik van materialen tussen 2020 en 2022 is toegenomen, is het wel minder dan in de jaren daarvoor. Als we de historische trend langer maken, daalt het gebruik van grondstoffen in Nederland dus wel, maar ‘nog lang niet snel genoeg’, constateert het PBL. En dat we minder grondstoffen gebruikten, komt vooral door externe gebeurtenissen, zoals de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne. De conclusie is dat de circulaire doelen op deze manier waarschijnlijk niet worden gehaald.
Steeds meer nieuwe producten
Voor een meer efficiënte omgang met grondstoffen zijn meerdere manieren. Zo kunnen we proberen minder of minder schadelijke grondstoffen te gebruiken, producten langer te gebruiken of ze zo veel mogelijk te recyclen. Maar de totale hoeveelheid nieuwe producten die Nederlandse consumenten gebruiken, neemt toe. ‘Mensen kopen meer, terwijl de levensduur van veel spullen afneemt’, stelt het PBL vast. Meubels en kleren gaan bijvoorbeeld steeds minder lang mee.
Een ander voorbeeld is dat Nederlandse recyclingbedrijven voor plastic het moeilijk hebben, omdat nieuw plastic goedkoper is dan gerecycled plastic. Ook heeft de circulaire economie last van opstartproblemen: banken financieren niet graag bedrijfsmodellen die zich nog niet hebben bewezen. Bovendien worden circulaire producten vaak nog maar in kleine hoeveelheden gemaakt, waardoor ze relatief duur zijn. Zo blijft de vraag ernaar laag, waardoor bedrijven terughoudend zijn om ook dit soort producten te gaan maken.
Goede uitgangspositie
Toch ziet het PBL dat Nederland een goede uitgangspositie heeft voor een circulaire economie. Zo is er veel kennis en ervaring aanwezig, waardoor er kansen zijn voor export. De komende jaren wordt een grote toename verwacht van het gebruik van materialen en grondstoffen voor de woningbouw en de energietransitie. Het PBL noemt het ‘van groot belang’ om strategieën voor circulariteit mee te nemen in de geplande grote investeringen voor deze maatschappelijke opgaven.
In de rapportage doet het PBL verschillende aanbevelingen aan beleidsmakers om de circulaire economie-transitie te versnellen. Als eerste noemen de onderzoekers het belang van ambitieus beleid, zowel op nationaal als op Europees niveau. Bestaande nationale instrumenten kunnen ook beter worden benut, zoals de circulaire inkoop door overheden. Daarnaast kan onder meer worden ingezet op de uitwerking van beleidsinstrumenten met grote potentiële effecten. Daarbij kan worden gedacht aan een Europese heffing op primaire fossiele grondstoffen voor plastics en meer circulair aanbesteden bij grond-, weg- en waterbouw.
Op de website van het PBL vindt u alle informatie over de Integrale Circulaire Economie Rapportage.
Samenwerking in de MRA
De samenwerkende overheden in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) hebben zelf ook afspraken over de stappen die nodig zijn om te komen tot een circulaire economie. Over de ambities en doelen leest u alles in de MRA Agenda 2025-2028.